De steeds breder wordende Larebeek, hier onderaan in de vallei, heeft soms haar nukken. Ze durft wel eens buiten haar oevers ‘te treden’.
Het hoeft ook geen verwondering dat je vanaf je zitje getrakteerd wordt op een overvloed aan (knot)wilgen. Knotwilgen zijn waterzuigers bij uitstek. Nu eens volgens ze de beek dan dwarsen ze eens. Ook populieren trekken her en der de wacht op.
De treinen achter jou moeten hier al even bijschakelen richting Geraardsbergen of anderzijds afremmen willen ze nog tijdig kunnen stoppen in Sint-Maria-Lierde.
Een doorkijk op de Kwaadstraat, verbinding Sint-Maartens-Bos met Oude kerkwijk, is zowat het enige richtpunt. We zien de straat Laerebeke, kronkelend en klimmend naar ons toekomen om verder via de Polenak, waar deze weg uitmondt, de Keiberg te bestormen daar ben je op de grens met Hemelveerdegem aan nieuwe rust toe.